1.
|
De wereldwijde voorraden van
olie, gas en uranium nemen snel af. Ook de kolenvoorraden zijn beperkt.
Fossiele en nucleaire voorraden zijn hoe dan ook eindig, ook al zouden nog
substantiële voorraden gevonden worden. Vernieuwbare energiebronnen zoals
wind zijn daarentegen oneindig en altijd beschikbaar.
|
2.
|
De fossiele brandstofvoorraden
worden verspild: door ze te verbranden (benzinemotor en centrales) met
vaak een zeer slecht rendement (30% of minder).
|
3.
|
Door fossiele voorraden nu te
verspillen beroven we ons nageslacht van deze waardevolle grondstoffen die
later voor andere doeleinden dan energiebenutting van veel nut kunnen
zijn.
|
4.
|
Ons ecosysteem kan de
verbranding van de bekende voorraden nu al niet meer verwerken. Het tot nu
toe gevoerde energiebeleid is de oorzaak van de toenemende
klimaatproblemen. De benutting en krachtige ontwikkeling van vernieuwbare
energiebronnen is de enige manier om zonder klimaatproblemen in onze
energiebehoefte te voorzien en tegelijk de kwaliteit van het leven op onze
planeet te behouden. De inzet van duurzame energie is -samen met
intensieve besparingsmaatregelen – daarom hard nodig. Voor de productie
van één kWh stroom uit fossiele brandstoffen is meer dan drie kWh primaire
energie (brandstof) nodig, Iedere vervuilende kilowatt die niet opgewekt
hoeft te worden, verbetert het locale- en wereldwijde
klimaat.
|
5.
|
Het kopen van fossiele
brandstoffen in het buitenland maakt een land afhankelijk van (soms
onbetrouwbare) leveranciers en zorgt voor een negatieve
betalingsbalans.
|
6.
|
Het jaarlijks aanbod van zon,
wind, water, biomassa en aardwarmte is een veelvoud van het wereldwijde
energieverbruik. Alleen al de zoninstraling op de aarde overtreft ons
verbruik 15.000 maal.
|
7.
|
Veel alternatieve technieken
zoals kernfusie blijken nog steeds een utopie, zijn technisch zeer
gecompliceerd, kostbaar, hebben een onzeker rendement en nog onbekende
milieurisico’s.
|
8.
|
Duurzame energiebronnen als zon en
wind zijn nu te gebruiken, en geven onmiddellijk positieve
milieueffecten.
|
9.
|
Gebruik van slechts één
techniek is onvoldoende voor een gegarandeerde energievoorziening. Door
brede toepassing van duurzame energie in Europa kan bij uitval van één
bepaalde techniek de resterende energievoorziening met andere technieken
worden opgevangen. In het moderne elektriciteitsnet kunnen windturbines
probleemloos worden geïntegreerd. Daardoor worden niet alleen schadelijke
brandstoffen vermeden; maar wordt ook de bouw van nieuwe centrales
overbodig.
|
10.
|
Met de opgewekte windenergie kan
-een groot deel van de ten doel gestelde CO2 reductie worden gerealiseerd.
In het jaar 2020 kan daarmee 10% worden bijgedragen en op lange termijn
nog meer. Elk kilowattuur windstroom bespaart 0,6 kg CO2. |
|
11.
|
Omdat atoomenergie slechts 1,5
% van de Nederlandse stroom omvat kan de kerncentrale van Borssele zonder
probleem op korte termijn uitgeschakeld worden. De onzekere verwerking van
atoomafval levert nog meer dan duizend jaar gevaar op voor de gezondheid
van ons nageslacht. Windturbines daarentegen zijn na hun bedrijfstijd
eenvoudig te demonteren en nagenoeg volledig te
hergebruiken.
|
12.
|
Wind- en watermolens maken al
generaties lang deel uit van ons cultuurlandschap. Momenteel zijn er ca.
8.000 draaiende windturbines onderdeel van het Europese landschapsbeeld.
De aantasting van de omgeving is relatief en subjectief: een landschap is
altijd in ontwikkeling en verandert constant. Windmolens worden meestal na
twintig jaar afgebroken, zodat van permanente invloed geen sprake
is.
|
13.
|
Bij de plaatsing van windturbines
in het landschap wordt zeer zorgvuldig te werk gegaan. Bewoners worden
zoveel mogelijk betrokken bij de voorbereiding en moeten kunnen
participeren. |
14.
|
De technische ontwikkeling van
duurzame energie, speciaal die van windenergie, neemt snel toe. Moderne
windturbines werken effectief, langdurig (20 jaar) en zonder problemen.
Een windturbine met een vermogen van 1.500 kW (1.5 MW) verzorgt de energie
voor 1.200 huishoudens of twee moderne
spoorweglocomotieven.
|
15.
|
Een windturbine kan tot 60-80
maal zoveel energie produceren als voor de eigen fabricage, de
installatie, onderhoud en afbraak nodig is (de zgn. opbrengstfactor). In
ongeveer drie maanden kan een windturbine op een goede locatie de voor
zichzelf benodigde energie opbrengen. Dit is volgens een ‘’life circle
assesement’’ te berekenen. Bij conventionele centrales is de
opbrengstfactor veel lager omdat voor de hele bedrijfsperiode brandstoffen
voor de productie nodig zijn en aangevoerd moeten worden. Bij een
kerncentrale is het cijfer zelfs negatief!
|
16.
|
Met meteorologische gegevens
en de juiste software kan de productie van windenergie voorspeld worden,
zodat windstroom probleemloos in de gebruikelijke stroomvoorziening kan
worden opgenomen. Daardoor ontstaan diverse kostenbesparingen, zoals
lagere vermogenskosten bij de toeleverende
productiebedrijven.
|
17.
|
Iedere kWh die met duurzame
energie is opgewekt heeft een positief maatschappelijk effect omdat
vervuilende brandstoffen en de milieu- en gezondheidsklachten die daaruit
voortkomen vermeden worden. Als die ‘schade' aan de producenten van
conventionele energie, in rekening gebracht zou worden, dan zouden de
externe kosten van die ‘’goedkope’’ energie tussen de 5 en de 60 cent per
kWh verhoogd moeten worden. Nu betaalt de gemeenschap deze ecologische
gevolgschade uit de schatkist.
|
18.
|
De meer dan 8.000 moderne
windturbines in Europa, leveren in economisch zwakke gebieden een impuls
aan de regionale welvaart. Windenergie verschaft nieuwe arbeidsplaatsen,
zorgt voor behoud van koopkracht en inkomen (boeren), genereert
belastingopbrengsten en vergroot de industriële activiteiten. Wereldwijd
werken 40.000 mensen direct of indirect in de
windindustrie.
|
19.
|
Bij een juiste economische
toerekening van de externe kosten is windenergie (samen met waterkracht)
nu al de meest economische (en ecologische) stroombron.
|
20.
|
Het moderne gebruik van
windenergie wordt door de bevolking als positief beoordeeld. Uit meerdere
onderzoeken, blijkt dat de bevolking positief staat t.o.v. een intensief
gebruik van duurzame energie. Bij een landelijke enquête in 1997 sprak 90
% van de ondervraagden zich positief uit over
windenergie.
|
21.
|
De nog jonge technologie van
windenergie is inmiddels zo attractief dat de grote industrie meelift. Het
Duitse (notabene) atoomconcern Preussen Elektra ging in 1997 een
samenwerkingsverband aan met windturbineproducent Enercon. Eén van de
grootste Amerikaanse energiebedrijven (Enron) nam in 1997 de firma Tacke
Windtechnik over. Shell en BP investeren fors in de ontwikkeling van
zonne-energie.
|
22.
|
De ecologische voordelen van
windenergie worden ons door de natuurbescherming- en milieuorganisaties
telkens weer voorgehouden. Het Wereld Natuur Fonds, Greenpeace en anderen
zetten zich intensief in voor -verdere duurzame ontwikkeling en de
toepassing van windenergie en andere vormen van duurzame
energie.
|
23.
|
Windenergie, natuur en
landschap kunnen prima samengaan aldus de gezamenlijke milieufederaties.
In Nederland is volgens hen ruimte voor 2.000 MW. opgesteld
vermogen.
|
24.
|
Stroom uit windturbines wordt
voor een groot deel door particulieren verzorgd. Dat zijn windparken die
door de plaatselijke bevolking beheerd worden. De inzet van inwoners voor
een milieuvriendelijke energievoorziening heeft allerlei nieuwe
verenigingen, groepen en participatieve werkverbanden voortgebracht en
zorgt daardoor landelijk voor maatschappelijke
activiteiten.
|
25.
|
Kortom: Windenergie is
goed voor het milieu, remt de klimaatsverandering, levert zinvolle nieuwe
werkgelegenheid, genereert inkomsten voor burgers, bedrijven en overheid
en stimuleert allerlei maatschappelijke
activiteiten.
|